Werkwoorden vervoegen
glariën
Tegenwoordige tijd glariën
Ik glarie
Jij glariet
glarie jij?
U glariet
Hij/Zij/Het glariet
Wij glariën
Jullie glariën
Zij glariën
Verleden tijd van glariën
Ik glariede
Jij/U glariede
Hij/Zij/Het glariede
Wij glarieden
Jullie glarieden
Zij glarieden
Voltooid deelwoord van glariën
geglaried
Tegenwoordig deelwoord van glariën
glariënd