Werkwoorden vervoegen
karnen
Tegenwoordige tijd karnen
Ik karn
Jij karnt
karn jij?
U karnt
Hij/Zij/Het karnt
Wij karnen
Jullie karnen
Zij karnen
Verleden tijd van karnen
Ik karnde
Jij/U karnde
Hij/Zij/Het karnde
Wij karnden
Jullie karnden
Zij karnden
Voltooid deelwoord van karnen
gekarnd
Tegenwoordig deelwoord van karnen
karnend