Werkwoorden vervoegen
gassen
Tegenwoordige tijd gassen
Ik gas
Jij gast
gas jij?
U gast
Hij/Zij/Het gast
Wij gassen
Jullie gassen
Zij gassen
Verleden tijd van gassen
Ik gaste
Jij/U gaste
Hij/Zij/Het gaste
Wij gasten
Jullie gasten
Zij gasten
Voltooid deelwoord van gassen
gegast
Tegenwoordig deelwoord van gassen
gassend