Wat is de betekenis van Gassen?

Gassen (gasjes) Kleine stegen, meestal een onreine doorgang, die alleen nog te vinden zijn in Nijmegen, wat deze kleine stegen in het stratenpatroon erg bijzonder maken. Het woord ‘gas’ (of ‘gasse’) stamt af van het Duitse ‘Gasse’ en betekende in de vijftiende eeuw ‘onverharde weg’. In Duitsland en Oo...

(1925) (inf.) gas geven; hard rijden; vlammen. • Ikke bin soofeel as de adjedant fan Schlebaum... Ikke heb de heele dag gegast op 'n tweepit! (Israël Querido: De Jordaan: Amsterdamsch epos. Deel 4: Mooie Karel. 1925. Tweepit: motorfiets met twee cylinders) • Cock (de mecanicien) zet een ander wiel erin en ik gassen...

gassen - Werkwoord 1. gas produceren gassen - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord gas

Gassen - slangterm voor snel rijden, kachelen. Cock (de mecanicien) zet een ander wiel in en ik gassen naar beneden. - Vrij Nederland 5.8.1989 ​

gassen: hard rijden; kachelen, rauzen, sjezen.

Snel rijden. Syn.: kachelen; vlammen. Cock (de mecanicien) zet een ander wiel erin en ik gassen naar beneden. (Vrij Nederland, 05/08/1989) In Nederland rijd je altijd tegen dezelfde jongens en ga je op elkaar letten. In het buitenland moet je constant gassen en maar zien waar je eindigt. (Eindhovens Dagblad, 28/01/1999)

hard rijden. Voornamelijk jeugdslang. Spontane toewuivingen van wulpse dames, alsook aansporingen tot ‘gassen’ van boerenzonen. Elsevier, 13-06-98

z. Gassing.

gaste, h. gegast (door middel van dodelijk gas een schip, een gebouw van ratten, muizen enz. reinigen): het schip moeten gassen.