Werkwoorden vervoegen
fabrieken
Tegenwoordige tijd fabrieken
Ik fabriek
Jij fabriekt
fabriek jij?
U fabriekt
Hij/Zij/Het fabriekt
Wij fabrieken
Jullie fabrieken
Zij fabrieken
Verleden tijd van fabrieken
Ik fabriekte
Jij/U fabriekte
Hij/Zij/Het fabriekte
Wij fabriekten
Jullie fabriekten
Zij fabriekten
Voltooid deelwoord van fabrieken
gefabriekt
Tegenwoordig deelwoord van fabrieken
fabriekend