Werkwoorden vervoegen
buitensluiten
Tegenwoordige tijd buitensluiten
Ik sluit buiten
Jij sluit buiten
sluit jij buiten?
U sluit buiten
Hij/Zij/Het sluit buiten
Wij sluiten buiten
Jullie sluiten buiten
Zij sluiten buiten
Verleden tijd van buitensluiten
Ik sloot buiten
Jij/U sloot buiten
Hij/Zij/Het sloot buiten
Wij sloten buiten
Jullie sloten buiten
Zij sloten buiten
Voltooid deelwoord van buitensluiten
buitengesloten
Tegenwoordig deelwoord van buitensluiten
buitensluitend