Wat is de betekenis van buitensluiten?

buitensluiten - Werkwoord 1. (ov) niet binnen een bepaalde kring toelaten ♢ Die groep is altijd volledig buitengesloten. Woordherkomst samenstelling van buiten en sluiten Synoniemen uitsluiten, verstoten

buitensluiten - onregelmatig werkwoord uitspraak: bui-ten-slui-ten 1. ervoor zorgen dat hij niet naar binnen kan ♢ we hebben de hond buitengesloten 1. buitengesloten worden [niet mogen meedoen]...

v., útslute.

...

(sloot buiten, heeft buitengesloten), 1. buiten een afgesloten plaats houden, de deur (voor iem.) sluiten : zij hadden mij buitengesloten ; — het zonlicht buitensluiten, met gordijnen of luiken beletten in huis te schijnen; 2. uit een kring weren, niet laten meedoen ; 3. onmogelijk maken: vergissingen zijn zo goed als buite...

('buitən) (sloot, sloten buiten; heeft buitengesloten) 1. buiten een bepaalde ruimte sluiten; de leerlingen sloten de meester buiten. 2. uit een bepaalde kring weren : vreemden -. 3. onmogelijk maken : laffe vlucht sluit alle zegen buiten.

(sloot buiten, heeft buitengesloten), 1. buiten een afgesloten plaats houden; de deur (voor iemand) sluiten, niet binnenlaten: zij hadden mij buitengesloten; het zonlicht buitensluiten, met gordijnen de zon beletten in huis te schijnen; 2. weren, niet laten meedoen; 3. onmogelijk maken: vergissingen zijn zo goed als buitengesloten, kunnen bijna n...

...

BUITENSLUITEN, (sloot buiten, heeft buitengesloten), buiten de deur sluiten; zij hadden mij buitengesloten; — het zonlicht buitensluiten, met gordijnen of luiken beletten in huis te schijnen; — vergissingen zijn zoo goed als buitengesloten, kunnen bijna niet gemaakt worden, zijn nagenoeg onmogelijk; — uitsluiten; niet laten meed...