Werkwoorden vervoegen
backen
Tegenwoordige tijd backen
Ik back
Jij backt
back jij?
U backt
Hij/Zij/Het backt
Wij backen
Jullie backen
Zij backen
Verleden tijd van backen
Ik backte
Jij/U backte
Hij/Zij/Het backte
Wij backten
Jullie backten
Zij backten
Voltooid deelwoord van backen
gebackt
Tegenwoordig deelwoord van backen
backend