Werkwoorden vervoegen
aanpassen
Tegenwoordige tijd aanpassen
Ik pas aan
Jij past aan
pas jij aan?
U past aan
Hij/Zij/Het past aan
Wij passen aan
Jullie passen aan
Zij passen aan
Verleden tijd van aanpassen
Ik paste aan
Jij/U paste aan
Hij/Zij/Het paste aan
Wij pasten aan
Jullie pasten aan
Zij pasten aan
Voltooid deelwoord van aanpassen
aangepast
Tegenwoordig deelwoord van aanpassen
aanpassend