Werkwoorden vervoegen
aankondigen
Tegenwoordige tijd aankondigen
Ik kondig aan
Jij kondigt aan
kondig jij aan?
U kondigt aan
Hij/Zij/Het kondigt aan
Wij kondigen aan
Jullie kondigen aan
Zij kondigen aan
Verleden tijd van aankondigen
Ik kondigde aan
Jij/U kondigde aan
Hij/Zij/Het kondigde aan
Wij kondigden aan
Jullie kondigden aan
Zij kondigden aan
Voltooid deelwoord van aankondigen
aangekondigd
Tegenwoordig deelwoord van aankondigen
aankondigend