VEREENEN - VEREENIGEN, (vereende of vereenigde, heeft vereend of vereenigd), tot één maken, verbinden, samenvoegen: twee legers, vloten vereenigen ; twee tuinen vereenigen; de zeven Vereenigde Gewesten (der Nederlanden); de Vereenigde Staten (van Noord-Amerika);
— overeenbrengen : de plannen vereenigen ;
— verzoenen, paren : liefde vereende hen; door het huwelijk vereenigd;
— zich met iets (kunnen) vereenigen, het aannemen of toestemmen.