Definities van Groot woordenboek der Nederlandsche taal in de Ensie I
- Integraalrekening
- Integreeren
- Integriteit
- Integument
- Intellect
- Intellectualisme
- Intellectualist
- Intellectualistisch
- Intellectueel
- Intelligent
- Intelligentie
- Intelligibel
- Intempeesten
- Intempestief
- Intendance
- Intendant
- Intendeeren
- Intens
- Intensie
- Intensief
- Intensiteit
- Intentie
- Intentioneel
- Intentionneeren
- Inter
- Inter pocula
- Intercalatie
- Intercaleeren
- Intercedeeren
- Intercellulair
- Intercepteeren
- Interceptie
- Intercessie
- Intercommunaal
- Intercontinentaal
- Intercurrent
- Interdict
- Interdictie
- Interen
- Interessant
- Interessantheid
- Interesseeren
- Interest
- Interest-rekening
- Interferentie
- Interferometer
- Interglaciaaltijd
- Interieur
- Interim
- Interim-vrede
- Interimaat
- Interimair
- Interimdividend
- Interjectie
- Interlineair
- Interlinie
- Interlocutie
- Interlocutoir
- Interlocutor
- Interludium
- Intermediair
- Intermedium
- Intermezzo
- Intermissie
- Intermitteerend
- Intern
- Internaat
- Internationaal
- Interneeren
- Internist
- Internodium
- Internuntius
- Interoceanisch
- Interparlementair
- Interpellant
- Interpellatie
- Interpelleeren
- Interpolatie
- Interpoleeren
- Interponeeren
- Interpositie
- Interpretatie
- Interpreteeren
- Interpunctie
- Interpungeeren
- Interregnum
- Interrogatie
- Interrogatief
- Interrogeeren
- Interrompeeren
- Interruptie
- Intersectie
- Intersiek
- Interstellair
- Interval
- Intervenieeren
- Intervenient
- Interventie
- Interview
- Interviewen