Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Patijn

betekenis & definitie

(<OFr.), v. (-en), (Zuidn.)

1. tripklomp ; .zijn patijntje schuiven, slofje-onder spelen;
2. (bouwk.) rib die doorgaans op zijn plat, dwars over twee of drie zolderbalken tegen of in de muur wordt gelegd om hierop de gebinten vast te zetten.

< >