Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Handicap

betekenis & definitie

(Eng.), o. en v. (-s),

1. (sport) wedren met paarden van verschillende jaren en vlugheid, waarbij, aan de zwakkeren een voorsprong wordt gegeven; in het alg. wedstrijd met voorgift, en vand. de voorgift zelf: handicap-race;
2. belemmering, hindernis bij het volbrengen van een taak of prestatie: zijn zwakke gezondheid was een ernstige handicap in zijn carrière.