Definities van Groot woordenboek der Nederlandse taal in de Ensie P
- Prêcher pour sa paroisse
- Precies
- Preciesheid
- Precieus
- Precieuse
- Preciosa
- Precipitaat
- Precipitato
- Precipiteren
- Preciseren
- Precisie
- Precisie-instrument
- Precisione, con
- Preconisatie
- Preconiseren
- Predestinatie
- Predestineren
- Predictie
- Predikambt
- Predikant
- Predikante
- Predikantenblad
- Predikantenvereniging
- Predikantsplaats
- Predikantstraktement
- Predikantsweduwe
- Predikantswoning
- Predikatie
- Predikbeurtenblad
- Predikdienst
- Prediken
- Prediker
- Predikheer
- Predikherenklooster
- Prediking
- Predikstoel
- Predilectie
- Predisponeren
- Predispositie
- Predominantie
- Predomineren
- Pree
- Preek
- Preekachtig
- Preekbeurt
- Preekheer
- Preekstijl
- Preekstoel
- Preektoon
- Preektrant
- Preekwerk
- Preekwijze
- Preëminent
- Preëminentie
- Preeuwen
- Preëxistentie
- Prefatie
- Prefect
- Prefectuur
- Preferabel
- Preferent
- Preferentie
- Prefereren
- Preg
- Pregnant
- Prei
- Preibed
- Preibol
- Preiplant
- Preiprol
- Preisoep
- Preitje
- Preizaad
- Prejudiceren
- Prejudicie
- Prejudicieel
- Préjugé
- Preken
- Prekenmaker
- Preker
- Prekerig
- Prekerigheid
- Prelaat
- Prelaatschap
- Prelaatshoed
- Prelatuur
- Preliminair
- Preliminairen
- Prelude
- Preluderen
- Prematuriteit
- Prematuur
- Premeditatie
- Premie
- Premieaandeel
- Premieaffaire
- Premiebedrag
- Premieberekening
- Premiebetaling
- Premiebriefje