Definities van Groot woordenboek der Nederlandse taal in de Ensie T
- Tonen
- Toner
- Tong
- Tong-tong
- Tongader
- Tongband
- Tongbeen
- Tongbeslag
- Tongbeweging
- Tongblaar
- Tongblad
- Tongbreuk
- Tongduin
- Tonge
- Tongekruid
- Tongel
- Tongeloos
- Tongetje
- Tongewelf
- Tongeworst
- Tonggezwel
- Tongheld
- Tonghouder
- Tongkakker
- Tongkeelspier
- Tongkeelzenuwen
- Tongkijker
- Tongklank
- Tongklier
- Tongkramp
- Tongkruid
- Tongletter
- Tongnaad
- Tongnaald
- Tongontsteking
- Tongpijn
- Tongpunt
- Tongrasp
- Tongreep
- Tongriem
- Tongschar
- Tongschraper
- Tongslag
- Tongslagader
- Tongspatel
- Tongspeekselklier
- Tongspier
- Tongstand
- Tongsteen
- Tongstreling
- Tongstuk
- Tongtang
- Tongtepeltje
- Tongval
- Tongvaren
- Tongvormig
- Tongwerk
- Tongworm
- Tongwortel
- Tongzenuw
- Tongzweer
- Tonica
- Tonicum
- Tonijn
- Tonijnennet
- Tonijnenvangst
- Tonijnenvisser
- Tonijnenvisserij
- Tonijntje
- Tonijzer
- Tonisch
- Tonkaboom
- Tonkaboon
- Tonkakamfer
- Tonkasnuif
- Tonkilometer
- Tonmolen
- Tonnage
- Tonnageopening
- Tonneau
- Tonneband
- Tonneboei
- Tonneboeier
- Tonneboter
- Tonnemaat
- Tonnen
- Tonnengeld
- Tonnengoed
- Tonneninhoud
- Tonnenlast
- Tonnenmaat
- Tonnenmeester
- Tonnenschaal
- Tonnenspel
- Tonner
- Tonnetje
- Tonnetjesstelsel
- Tonnetjeszwart
- Tonrond
- Tonrondte
