Definities van Groot woordenboek der Nederlandse taal in de Ensie T
- Twink
- Twinkelen
- Twinkeling
- Twinkellichtje
- Twinter
- Twintig
- Twintigdaags
- Twintiger
- Twintigerhande, twintigerlei
- Twintighoek
- Twintigjarig
- Twintigje
- Twintigmaal
- Twintigponder
- Twintigste
- Twintigtal
- Twintigvlak
- Twintigvoud
- Twintigvoudig
- Twintigwerf
- Twist
- Twistachtig
- Twistachtigheid
- Twistappel
- Twistbeslechter
- Twisten
- Twister
- Twistgeding
- Twistgeschrijf
- Twistgesprek
- Twistgierig
- Twistgierigheid
- Twistmaker
- Twistpunt
- Twistrede
- Twiststoker
- Twistvraag
- Twistvuur
- Twistzaak
- Twistziek
- Twistzoeker
- Twistzucht
- Twistzuchtig
- Two-seater
- Two-step
- Tycha
- Tydeus
- Tympaan, tympanon
- Tyndareüs
- Type
- Typecommissie
- Typemonster
- Typen
- Typeren
- Typerend
- Typering
- Typewriter
- Typheus
- Typhon
- Typhoon
- Typhus
- Typhusbacil
- Typhusepidemie
- Typhuslijder
- Typhusverschijnsel
- Typisch
- Typist
- Typiste
- Typo
- Typograaf
- Typografie
- Typografisch
- Typogravure
- Typologie
- Typologisch
- Typometer
- Typometrie
- Tyr
- Tyro
- Tyrolienne
- Tyrtaeus
- Tyrus