Dit woord is het enige in het hedendaagse Nederlands, waarin het zelfstandige naamwoord met bewaard gebleven is. De eigenlijke betekenis is: middagmaal en in het bijzonder een maaltijd, waarin gehakt vlees is verwerkt.
Er is verwantschap-zij het verre verwantschap-met het werkwoord metselen, dat ook afstamt van een oude woordbasis die: slaan, hakken betekende. Meer in het bijzonder is met toen gaan betekenen: gehakt varkensvlees zonder spek. Daarmedeis de metworst gevuld. De zegswijze: met een metworst naar een zijde spek gooien wil hetzelfde zeggen als: een spierinkje uitgooien om een kabeljauw te vangen.