Het woord baarlijk komt thans alleen nog voor in de verbinding: de baarlijke duivel, de duivel die zichzonder enige vermomming, in al zijn verschrikkelijkheid vertoont.
Het woord is afgeleid van baar: bloot, naakt, open, dat hetzelfde is als bar: erg. Baar komt alleen nog voor in enige vaste verbindingen, zoals: baar geld en bare (of baarlijke) onzin. De vorm bar vindt men nog in barrevoets: op blote voeten lopend. Vroeger werd het woord baarlijk ook in andere verbindingen gebruikt. Men sprak van de baarlijke dood, van baarlijke wolven en zelfs van een baarlijk tiran.