ontsteking van het netvlies; syn. Dictyitis (Slx-ruov, net).
R. albuminurica, brightica, nephritica, de retinitis bij nierziekten, vooral schrompelnier. R.circinata, retinitis, waarbij de witte vlekken in een kring rondom de gele vlek liggen. R. discifórmis serósa (Lat., discus, schijf), waarbij een omschreven deel van het netvlies een weinig wordt opgelicht door vocht. R. exsudativa externa van Coats, met een grote verheven geel-witte plek of plekken in het netvlies (littekenweefsel na diepe bloedingen). Kan worden verward met glioma. R. haemorrhagica, retinitis met bloedingen in het netvlies.
R. metastatica, retinitis, ontstaan door de vorming van kleine etterhaardjes bij pyaemie; vgl. Metastase. R. pigmentósa, retinitis, waarbij zich pigment op het netvlies afzet; bij deze ziekte blijft de pigmentvorming soms weg (R. pigmentosa sine pigmento) of in plaats daarvan vormen zich honderden witte vlekjes (R. punctata albéscens). R. proliferans (vgl. Proliferatie), vorming van dichte bindweefselmassa’s, die, van het netvlies uitgaande, in het glasvormig lichaam binnendringen. R. striata (stria, streep), retinitis met grijze strepen op het netvlies.