Uitheemsche geneeskunde termen

dr. H. Pinkhof (1923)

Gepubliceerd op 26-06-2020

Pigment

betekenis & definitie

(pigmentum, verfstof,) donkere kleurstof in dierlijke of plantaardige weefsels, de huid der negers, het vaatvlies, de borsttepel, kwaadaardige gezwellen, enz. Onderscheiden worden bloed-, gal-, vetpigment, enz.

Vgl. Melanine, Luteine, Haemochromatose. P. atroph ie, atrophie (zie ald.), die met pigmentatie, of ook met verdwijning van het pigment (zie Leucodermie) gepaard gaat. P. bacteriën, = chromogene bacteriën. P. cellen, cellen, die kleurstofkorreltjes bevatten; syn. Chromatophoren.

P. degeneratie (van het netvlies), = retinitis pigmentosa. P. embolie, het ontstaan van emboli (zie ald.) van pigment, vooral in de hersenen, bij melanaemie (zie ald.). P. induratie, vorming van littekenachtig bindweefsel, dat pigment bevat, in de longen. P. metamorphose, 1. verandering van weefselbestanddelen in pigment; 2. in het algemeen iedere abnormale vorming van pigment.