(Lat., grens) (in de bacteriologie) grenswaarde. L. 0, de hoeveelheid toxine, die juist wordt verzadigd door 1 I.
E. (immuniteits-eenheid), zodat geen vrij toxine overblijft en het proefdier blijft leven. E., de kleinste hoeveelheid toxine, die, na menging met 1 I. E., nog in staat is een dier in 4—5 dagen te doden.