(Fr.) (inklemming, insluiting),
1.het onwrikbaar vastzitten van het kinderhoofd in het bekken.
2. inklemming van de zwangere, achterover gebogen baarmoeder in het kleine bekken.
3. bij een beenbreuk het onbeweeglijk ingedrongen zijn van het éne breukstuk in de mergholte van het andere; vgl. Invaginatie.