gezichtsgebrek, dat hierin bestaat, dat, door een te groot verschil tussen de kromtestraal in verschillende meridianen van het hoornvlies, van ieder voorwerp een verstrooiingsfiguur op het netvlies wordt gevormd, en „geen punt” (A. regularis). Hiervan bestaan 3 vormen: het enkelvoudige A., waarbij één hoofdmeridiaan emmetropisch breekt.de andere myopisch of hypermetropisch; het samengestelde A., waarbij beide hoofdmeridianen in verschillende graad of myopisch of hypermetropisch breken; het gemengd e A., waarbij de éne hoofdmeridiaan myopisch, de ander hypermetropisch breekt.
A. irregularis, de lichtstralen worden in één en dezelfde meridiaan zó onregelmatig gebroken, dat zij zich niet weder op het netvlies kunnen verenigen, bijv. bij hoornvliesvlekken. Een geringe graad van A. irregularis wordt ook door de gewone bouw der lens veroorzaakt.