Verklarend woordenboek Nederlands-Indië

Pieter Johannes Veth (2003)

Gepubliceerd op 15-08-2017

wouwouw

betekenis & definitie

wouwouw [aap]. Wouwouw is de naam van een soort, of juister misschien van een geslacht van in Insulinde levende apen, en is door de Europeanen gevormd van de klanken oea-oea of oa-oa, door de inlanders gebezigd als nabootsing van de onwelluidende kreet, die deze apen telkens doen horen (zie Sal. Muller in Verhandelingen over de Nationale Geschiedenis der Nederlandsche overzeesche bezittingen, afdeling Zoölogie, p. 48).

De vermelde inlandse benamingen zijn lokaal. Oea-oea (door Mohnike, Blicke auf das Pflanzen- und Thierleben in den Niederländischen Malaien-ländern, p. 356, wau-wau geschreven) behoort volgens Muller bij de Maleiers op Borneo, oa-oa bij de Soendanezen op Java thuis. Het geslacht Hylobates telt vier op de grote Soenda-eilanden wonende soorten, maar alleen op Java leeft Hylobates leuciscus, alleen op Borneo Hylobates concolor, terwijl Hylobates syndactylus (de Siamang) en Hylobates variegatus of agilis (de Oengko) tot Sumatra bepaald zijn. De bewoners van Borneo bedoelen dus met hun oea-oea Hylobates concolor, die van de Soendalanden met hun oa-oa Hylobates leuciscus; maar ook de soorten van Sumatra uiten kreten die, hoewel enigszins verschillend, met die van de andere in hoofdzaak overeenkomen, zoals onder andere blijkt uit de mededelingen van de leden van de Sumatra-expeditie in het grote werk Midden-Sumatra (I. Reisverhaal, 1, p. 118, II. Aardrijkskundige beschrijving p. 158, IV. Natuurlijke historie, Fauna, 1, p. 5 en 8; vergelijk ook D. Veth’s reizen in Angola, p. 89). Het hele geslacht Hylobates, althans voor zover het op de Soenda-eilanden voorkomt, heeft dus eigenlijk aanspraak op de klanknabootsende naam wouwwouw, en toen de heren J. van Iperen en Fr. Schouwman in de Verhandelingen van het Bataviaasch Genootschap, deel II, hun ‘Beschrijving der wouwouwen’ leverden, sloten zij ook de verdere soorten geenszins buiten, al moest hun beschrijving zich, bij gebrek aan bekendheid met de andere soorten, tot de Javaanse soort bepalen. Met betrekking tot het gebruik van het woord verdient nog opmerking dat in genoemde verhandeling het wijfje wouwwouwin genoemd wordt.

Het is zeer vreemd dat men het woord wouwouw, zo dikwijls in geschriften over Indië voorkomend, in geen enkel Nederlands woordenboek, zelfs niet in Kramers Kunstwoordentolk, vindt opgenomen. Het is evenwel een echt Nederlands woord omdat het natuurlijke klanken, geuit door een in Insulinde levende klasse van dieren, nabootst op een wijze die alleen in onze taal bestaanbaar is. Ook was het, hoewel thans vergeten, eenmaal in onze volkstaal lang niet zeldzaam. Ik herinner mij zeer goed het ongeveer zestig jaar geleden dikwijls in mijn geboortestad Dordrecht gehoord te hebben; ik meen zelfs dat het een gewone spreekwijze was een knaap, die men als vlug en vlijtig prijzen wilde, ‘een koninkje van de wouwouwen’ te noemen. Misschien dacht men bij deze uitdrukking aan de bekende en niet geheel ongegronde verhalen omtrent de in Indië voorkomende apenkolonies die een oude aap tot leidsman, koning of, zoals men op Java zegt, tot koewoe hebben; doch in dat geval heeft men zich bedrogen, daar zulke kolonies altijd uit apen van een geheel andere soort, namelijk Macacus of Cercocebus cynomolgus, de grijze aap of meerkat, bestaan.

Voor vreemde dieren, in afgesloten landen vertoevende, heeft onze taal slechts een zeer beperkt aantal eigen woorden. De taal wordt in die richting, gelijk op zo menig ander wetenschappelijk gebied, niet ontwikkeld, omdat onze geleerden meer en meer het gebruik van de moedertaal versmaden. Men moet zich dan ook in onze musea en diergaarden veelal met Latijnse of Franse namen behelpen, die de beschouwer zo vreemd zijn, dat hij ze dadelijk weer vergeten is. Een naam als wouwouw, die op een duidelijk kenmerk van het dier, namelijk de vreemde klanken die het voortbrengt, berust, wordt daarentegen dadelijk in het geheugen gegrift. Wensende dat deze naam, gelijk andere dergelijke, in onze taal zou herleven, heb ik daarvan ook reeds in mijn Java, deel I, p. 258, gebruikgemaakt, na in mijn vertaling van Wallace’s Insulinde, I, p. 107, het minder Hollandse wauwau te hebben gebezigd.