Verklarend woordenboek Nederlands-Indië

Pieter Johannes Veth (2003)

Gepubliceerd op 15-08-2017

kakap

betekenis & definitie

kakap [vis]. Maleis kakap, is ook in het Indisch-Engels opgenomen en wel als cockup. Een tijd lang is die vis met de verbasterde naam van kaalkop aangeduid, maar deze aardigheid is nu geheel dood, evenals ook andere verbasteringen geheel in onbruik zijn geraakt. Ik wees reeds op boetjongen (zie boedjang) en wie zegt nu nog Baviaan voor Bawean of passeerbaan voor paséban of katje voor kati, enz.? Van de aardrijkskundige omdopingen is gebleven Joana in plaats van Djoewônô en Phaëton als verbastering van Païton is vereeuwigd door de naam van een suikerfabriek in de Oosthoek. Een monument duurzamer dan metaal heeft de etymologiserende Volkswitz zich gesticht in de plantkundige naam Ficus Benjamina, waarin Benjamina de verlatijnsing is van Benjamin, een verbastering van baniaan, de Ficus Indica of waringin. Ter verontschuldiging van onze geestiger voorgangers kan gezegd worden dat zij, gegeven de eenmaal gangbare naam kacop (Schouten, Reistogt, II, p. 139) en de werkelijk kaal schijnende kop en nek van deze vis, moeilijk anders konden dan er kaalkop van maken.