Typisch Vlaams woordenboek

Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)

Gepubliceerd op 21-07-2020

tapis-plain

betekenis & definitie

kamerbreed tapijt, (NL) vaste vloerbedekking

Zo treft zij hem aan: op zijn gat in het bad, hoestend, proestend, zijn ogen uitwrijvend, uit een berg wit schuim oprijzend als uit het gaas van een te grote tutu. Ze moet erom lachen. Hij, opgelucht dat ze niet kwaad is, om het water op haar tapis-plain, om het feit dat hij toch weer het bad in is gesukkeld, hij lacht mee.
(Tom Lanoye, Sprakeloos)

In het Frans: 'tapis plain', in Belgisch-Frans 'tapis plein'. Zie ook: 'vasttapijt' en 'voltapijt'.

Geen Algmeen Nederlands
Gangbaarheid: 1
Vlaamsheid: 2