Typisch Vlaams woordenboek

Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)

Gepubliceerd op 21-07-2020

fikfakken

betekenis & definitie

stoeien, ravotten prutsen, rotzooien

De hele tijd bleven ze fikfakken. Ze zetten elkaar pootje lap, sprongen op elkaars rug, knepen elkaar op alle plekken die ze te pakken kregen, treiterden elkaar.
(Marita de Sterck, Niet zonder liefde)

Geen Algmeen Nederlands
Gangbaarheid: 1
Vlaamsheid: 2