ongeluk, ongeval
Dan kiezen ze eindelijk echt vrij zwerk, het onbegrensde luchtruim in, majestueus en zwijgend, hoog boven onze daken en binnenkoeren en toch perfect afdrijvend boven de grote invalsweg op de begane grond, onze Parklaan die, oh verrassing, gelegen is aan een park, en die al boordevol claxonnerende volgwagens staat waarvan de inzittenden met eigen ogen de calvarie willen volgen van hun favoriet, in de stille hoop op een voorzichtig accident — het jaar tevoren is er eentje geland in een kasteelvijver, drie zijn in de prikkeldraad gesukkeld, en twee zijn neergestuikt op het militair domein van de Westakkers, met nog bijna een internationaal alarm voor gevolg, want we spreken van de hoogtijdagen in de Koude Oorlog.
(Tom Lanoye, Sprakeloos)
Mijn opgewekte zintuigen waren tot het uiterste geprikkeld en gescherpt en 't zou mij welkom zijn geweest als er nu plotseling met mij iets was gebeurd; een flauwte, een inzinking, een klein accident, iets dat mij alle verder kunstenvertoon onmogelijk maakte.
(Cyriel Buysse, De roman van een schaatsenrijder)
Accident' is in Belgisch-Nederlands een gewoon woord voor 'verkeersongeval'.
Geen Algmeen Nederlands
Gangbaarheid: 6
Vlaamsheid: 3
Gepubliceerd op 21-07-2020
accident
betekenis & definitie