Tom Welzen

Planoloog

Gepubliceerd op 26-02-2015

Autosnelweg

betekenis & definitie

Een autosnelweg is een uit twee rijbanen bestaande weg waarover het verkeer zich conflictvrij kan verplaatsen. In beide rijrichtingen bestaan de rijbanen uit minimaal twee rijstroken, zodat het mogelijk is om voertuigen in te halen.

Afhankelijk van de drukte op de weg en daardoor ontstane capaciteitsbehoefte, kan een autosnelweg per rijrichting uit meer dan twee rijstroken bestaan. In sommige gevallen wordt ervoor gekozen om een plusstrook (extra strook aan de linkerzijde) of een spitsstrook (extra strook aan de rechterzijde) aan te leggen. In het laatste geval wordt de vluchtstrook, die alleen in geval van calamiteiten gebruikt mag worden, in de spits als rijstrook gebruikt.

Het verkeer kan een autosnelweg oprijden of verlaten door gebruik te maken van toeritten, die om de zoveel kilometer zijn aangelegd. Daarnaast kunnen automobilisten de weg verlaten wanneer zij een tankstation of parkeerplaats (zogenoemde verzorgingsplaatsen) willen bereiken; dit kan vaak alleen via de autosnelweg.

Het verkeersbord waarmee een autosnelweg wordt aangeduid, bestaat uit een weg met daarover een viaduct. Dit benadrukt ook het conflictvrije karakter van de weg. In Nederland wordt de naam van een autosnelweg, bestaande uit een A gevolgd door een cijfer, weergegeven op een rood schildje. De A2 is een van de belangrijkste verkeersaders van het land.