een verouderde eenheid voor entropie:
1 gibbs = 1 cal °C−1 = 4,1868 J K−1
Deze eenheid is genoemd naar Josiah Willard Gibbs (1839...1903), een Amerikaanse wiskundige, fysicus en chemicus.
Fasenregel van Gibbs: zie Fasenleer.
Paradox van Gibbs.
Indien tussen twee vaten die gevuld zijn met twee verschillende ideale gassen van dezelfde temperatuur en druk, de scheidingswand wordt weggenomen, zal elk gas zich gelijkmatig over beide vaten verdelen. Bij dit mengen van de gassen neemt de entropie toe. Deze entropieverandering, de mengentropie, is uitsluitend een gevolg van het grotere volume dat beide gassen kunnen gaan innemen en niet van het eigenlijke mengproces. Bovendien is de mengentropie onafhankelijk van de aard van de gassen. Indien de gassen meer en meer op elkaar gaan lijken, blijft de mengentropie steeds even groot. Hieruit zou men kunnen concluderen dat er ook bij twee gelijke hoeveelheden van een gas een entropievermeerdering optreedt. Fysisch verandert er bij het verwijderen van een scheidingswand tussen twee hoeveelheden van hetzelfde gas bij gelijke temperatuur en druk echter niets, zodat er ook geen entropietoename kan zijn. In de tijd van Gibbs leek dit paradoxaal: bij een uiterst klein verschil tussen beide gassen is er wel een mengentropie, bij gelijke gassen niet. De paradox van Gibbs blijft bestaan, indien men de entropie berekent met behulp van de klassieke statistische methode. De paradox wordt opgeheven, indien men de microtoestanden die ontstaan door verwisseling van gelijke moleculen, als één beschouwt (generiek tellen).
Uit de moderne atoomfysica blijkt dat de wijze waarop het probleem bij de paradox van Gibbs gesteld werd, onjuist is. Een geleidelijke overgang van twee moleculesoorten in elkaar is onmogelijk. De eigenschappen van de materie veranderen discontinu en daardoor zijn moleculen gelijk of verschillend.