Technische encyclopedie

Winkler Prins (1975)

Gepubliceerd op 06-11-2024

EIGENFREQUENTIE

betekenis & definitie

de frequentie van een systeem dat vrij trilt.

Geeft men een massa, hangend aan een koord met lengte l een uitslag, dan gaat zij slingeren met de eigenfrequentie:ƒ = 1/2π √(g/l)

(g is de versnelling van de vrije val).

Men noemt eigentrillingen ook de lineaire combinatie van speciale bewegingen die een aan beide einden ingeklemde snaar uitvoert, te beschrijven met bepaalde sinusvormige eigenfuncties (tonen en boventonen). De bijbehorende eigenfrequenties vormen een harmonische reeks. Een luchtzuil in een aan beide einden open buis vertoont analoge eigenfrequenties. Bij de eigentrillingen van een plaat vormt het grote aantal eigenfrequenties geen harmonische reeks. Eigenfrequenties spelen een belangrijke rol bij resonantie en bij bepaalde machineonderdelen (kritisch toerental).

< >