(Fr.: déionisation; Du.: Entionisierung, Deionisierung, Vollentsalzung; Eng.: deionization, deionizing) of de-ioniseren, het verwijderen van ionen uit een oplossing door ionenwisseling, op grote schaal gebruikt voor het vervaardigen van zeer zuiver water.
Men maakt gebruik van twee typen ionenuitwisselende harsen: een kationen- en een anionenwisselaar; deze harsen vervangen de in het water aanwezige kationen en anionen door resp. H+- en OH−-ionen die zich combineren tot H2O. De kationen- en anionenwisselaar kunnen in afzonderlijke kolommen worden opgenomen, maar men kan ze ook gemengd gebruiken in een zgn. mengbedfilter. Bij de regeneratie van de kationen- en anionenwisselaar resp. door verdund zuur en verdunde loog levert deze laatste uitvoering enige problemen op. De harsen worden daarom van verschillende dichtheid gemaakt en vóór het regenereren door het doorspoelen van veel water van elkaar gescheiden; na de regeneratie worden ze door het doorblazen van lucht weer gemengd. Voor zeer zuiver water gebruikt men een reeks kationen- en anionenwisselaars in een aantal kolommen in serie. Hierdoor verkregen zeer zuiver water wordt bijv. gebruikt voor atoomenergietoepassingen. De regeneratie van de kationenwisselaar vindt in dat geval niet plaats door zoutzuur of zwavelzuur (omdat evt. achterblijvende resten hiervan radioactief kunnen worden) maar met verdund salpeterzuur.
In Engeland en in de Verenigde Staten wordt onder demineralisation verstaan het ontharden van water met een ionenwisselaar, welk water bijv. gebruikt wordt in wasmachines.