(Fr.: contraste; Du.: Kontrast; Eng.: contrast), in de fotografie en in de elektronische beeldtechniek de verhouding tussen de grootste en kleinste helderheden van een (fotografisch) onderwerp of tussen de grootste en kleinste zwartingen (densiteiten) van een (fotografisch) negatief of positief.
De contrastindex is een in 1964 door Eastman Kodak voorgestelde wijze van aanduiding van de gemiddelde gradiënt van fotografisch materiaal, en gedefinieerd als de tangenswaarde van de helling van de rechte die gaat door die twee punten van de zwartingskromme welke overeenkomen met de gebruikelijke waarden voor de minimale en maximale densiteit. Deze liggen op twee concentrische cirkelbogen met een straal van 0,2, resp. 2,2 zwartingseenheden. Het gemeenschappelijke middelpunt ligt op de D0-as (D0 is zwarting van de sluier plus die van de basis). Het voordeel van het begrip contrastindex boven het gebruikelijke begrip gamma (de helling van het rechtlijnige gedeelte van de zwartingskromme) is duidelijk naar voren gekomen in talrijke praktijkproeven.