(Fr.: codeur; Du.: Codierungsschaltung; Eng.: (en)coder), de elektrische schakeling waarmee bij kleurentelevisie het complete videosignaal wordt opgebouwd, dat bestaat uit een combinatie van de gemoduleerde kleurinformatiesignalen, het luminantiesignaal, de onderdrukkings- en de synchronisatiesignalen. Deze codeerschakelingen vormen het luminantiesignaal en de kleurinformatiesignalen; deze laatste worden door elektrische filters in bandbreedte begrensd en worden toegevoerd aan een modulator, waarna een bandfilter volgt.
In een opteltrap worden alle signalen opgeteld, zodat het complete videosignaal ontstaat. Codeerschakelingen voor stereofonische radio-omroep vormen het complete audiosignaal, inclusief de synchronisatiefrequentie van 19 kHz.Bepaalde codeerschakelingen (Eng.: scramblers) gebruikt men om een geluidssignaal voor radiotelefonie zodanig te bewerken dat het onverstaanbaar wordt bij ontvangst met een normale radio-ontvanger ter bevordering van de privacy van deze radiotelefonieverbindingen. De eenvoudigste methode is het omkeren van het frequentiespectrum van het uit te zenden geluid (spraakinversie), d.w.z. hoge frequenties worden omgezet in lage frequentie en omgekeerd. Een geraffineerde methode bestaat uit het verdelen van het frequentiespectrum in smalle bandjes met behulp van filters en het toepassen van frequentietransformatie volgens een bepaalde code op deze bandjes. In de ontvanger wordt een soortgelijke bewerking in omgekeerde zin toegepast om het oorspronkelijke signaal te reconstrueren.