(Fr.: indice de cétane; Du.: Cetanzahl; Eng.: cetane number), getal dat de mate van de neiging tot zelfontbranding van een dieselbrandstof aangeeft.
Bij dieselmotoren wordt de brandstof in fijnverdeelde toestand aan het eind van de compressieslag in de door de compressie sterk verhitte lucht gespoten (600 °C, einddruk ca. 3 MPa). Van de fijnverdeelde brandstofdruppeltjes moet eerst een zekere verdamping plaatsvinden voor ontsteking plaatsvindt. De tijd tussen inspuiten en ontsteken heet ontstekingsvertraging (0,001 ...0,002 s). Is deze groot, dan zal op het moment van ontsteken van de eerste ingespoten druppels een reeds min of meer homogeen mengsel plaatselijk in de cilinderruimte aanwezig zijn. Er ontstaat dan een explosie van alle op dat moment aanwezige damp (hoorbaar als ‘dieselklop’), waarna een regelmatige verbranding plaatsvindt van de later ingespoten brandstof. Vooral bij snellopende dieselmotoren treedt dit gemakkelijk op, hetgeen ongewenst is. Men past in dat geval vaak voorkamers of wervelkamers toe, waarin door de hulp van hete wanden de ontsteking versneld wordt, terwijl geen poging wordt gedaan tot vorming van een homogeen mengsel vanuit de verstuiver: de sterke lucht- en gasstromingen die tijdens de verbranding ontstaan, zorgen daarvoor. De ontstekingskwaliteit van een dieselbrandstof wordt beoordeeld naar het cetaangetal. Hoe hoger dit getal, des te kleiner is (relatief) de ontstekingsvertraging.
Men stelt een aantal proefmengsels samen, bestaande uit cetaan (hexadecaan, C16H34 ; snelle ontsteking) en ⍺-methylnaftaline (C6H10; grote ontstekingsvertraging). Het gedrag van een dieselbrandstofsoort in een proefmotor wordt vergeleken met deze mengsels. Stemt dieselbrandstof overeen met een proefmengsel bevattende 65% cetaan, dan is het cetaangetal 65. Bij dieselolie is het cetaangetal meestal tussen 40...70.