(Fr.: chape d’étanchéité; Du.: Bodensperrschicht; Eng.: damp proof slab), in de bouwkunde een afsluiting onder de in hout uitgevoerde begane-grondvloeren van gebouwen waaronder zich geen kelders bevinden ter bescherming van mensen en materialen tegen de schadelijke inwerking van vocht en/of gassen, en in de tweede plaats tegen het spoedige verteren van de houtwerken. Op droge grond wordt aanbevolen deze afsluiting uit een laag zuiver zand ter dikte van 15...20 cm te maken.
Bij klei- en gemengde kleigronden wordt veelal een plaat ongewapend beton van ca. 6 cm aangebracht boven het grondwaterniveau tussen de muren; bij vochtige en/of gashoudende gronden en bij hoog grondwater wordt een gewapend-betonplaat toegepast van 8...12 cm dikte. De afstand tussen de bodemafsluiting en balklagen van de begane-grondvloeren dient zodanig te zijn, dat men in de ruimten daartussen kan kruipen voor inspectie of reparatie van leidingen enz., terwijl deze ruimten met voldoende roosters in de buitenmuren volledig geventileerd moeten kunnen worden. Toepassingen en eisen van bodemafsluiting worden meestal voorgeschreven in de Bouwverordeningen.