Technische encyclopedie

Winkler Prins (1975)

Gepubliceerd op 23-01-2025

ASBEST

betekenis & definitie

(Fr.: asbeste, amiante; Du.: Asbest; Eng.: asbestos), groep van in metamorfe gesteenten ontstane en hierbij gehydrateerde, zich als buigzame vezels manifesterende silicaatmineralen.

De naam asbest werd in de Oudheid gegeven aan ongebluste kalk, die met water heet wordt. Het materiaal dat thans asbest wordt genoemd kenden de klassieken als amiantos lithos (reine steen), lana montana (bergwol), linum vivum (onverwoestbaar vlas). Verwarring der termen door onbegrip leidde tot het verkeerde gebruik van de naam, dat dateert van voor de 17de eeuw.

De asbestmineralen zijn meestal leden van de amfiboolgroep en worden dan amfiboolasbest genoemd; zo kunnen de mineralen tremoliet [Si4O11]2Mg5Ca2(OH,F)2 en actinoliet [Si4O11]2(Mg, Fe)5Ca2(OH, F)2 asbest opleveren: ze bestaan uit een groot aantal evenwijdige ketens van SiO4-tetraëders. Bovendien kent men nog de serpentijnsoort chrysotielasbest of vezelasbest [Si4O11]2Mg6(OH)6 ∙ H2O, dat een soortgelijke structuur bezit met oneindige ketens van SiO4-tetraëders. Van beide soorten zijn de vezels zo buigzaam dat ze als textielvezels verwerkt kunnen worden, chrysotielasbest gemakkelijker dan amfiboolasbest, welke laatstgenoemde ook minder hittebestendig is. Nauw verwant met witte asbest is bruine asbest of amosiet, een ijzermagnesiumsilicaat.

De grootste vindplaatsen van asbest bevinden zich in de Sovjet-Unie (Asbestovski en Novo Asbest in de Oeral; verwerking te Jaroslavl), voorts in Canada (Thetford Mines in Quebec), Brazilië (bij B.J. de Pocoes, in de staat Baia), Rhodesia, Z.-Afrika (Prieska, de districten Barberton, Pietersburg en Letaba, en in Swaziland), op Cyprus en in Griekenland (Kozáni). De wereldproduktie bedraagt jaarlijks ruim 5 × 106 t.

Asbest wordt in de textiel- en de papierindustrieën verwerkt voor de fabricage van speciale produkten, voornamelijk onbrandbare kledingstukken voor brandweerlieden en arbeiders in metaal- en chemische industrieën, toneelaankleding, onbrandbaar isolatiemateriaal van stoomleidingen enz.; daarnaast vindt asbest (in de vorm van losse vezels, garen of papier) toepassing als elektrisch isolatiemateriaal en als materiaal voor warmte-isolatie (asbestpapier, asbestvilt, bouwplaten), met rubber gemengd ook als pakkingmateriaal, met koper of aluminium als frictiemateriaal en als remvoering.

Voor het produceren van asbestgarens wordt eerst de ruwe asbest gekneusd en gebroken en ontdaan van steenresten, stof en onbruikbare vezels. Na een kaardproces op speciale machines, worden de vezels versponnen; dit is zeer moeilijk, daar de vezels zeer bros zijn. Vaak vermengt men ze met katoen, dat na het spinnen verwijderd wordt door verbranding. De grootste producenten van asbestgarens zijn de Verenigde Staten en Duitsland. Asbestweefsels zijn doorgaans grof en hebben een ruw (harig) uiterlijk.

Voor de papierfabricage worden de asbestvezels gemalen met water en een bindmiddel en op een papierbaan gedroogd; vaak wordt ter verbetering van de kleur nog kaolien toegevoegd. De bereiding van bouwplaat (Eternit) uit asbest geschiedt analoog (mengen-malen-plaatvormen-drogen). Het herkennen van asbest in textielmateriaal, papier en dergelijke berust op de absolute onbrandbaarheid van het asbest.

Het veelvuldig inademen van asbestvezeltjes kan leiden tot de zgn. asbestlong (asbestos pulmonum); tevens kunnen asbestvezels een carcinogene werking hebben.

< >