(Fr.: anisotropie; Du.: Anisotropie; Eng.: anisotropy), verschijnsel dat een materiaal richtingsafhankelijkheid vertoont ten aanzien van een bepaalde eigenschap.
Als voorbeeld kan het stromen van elektriciteit door een geleidende stof dienen. Wanneer het potentiaalverschil nodig om een bepaalde intensiteit van de elektrische stroom op te wekken afhankelijk is van de richting waarin dit potentiaalverschil is aangelegd, spreekt men van anisotropie; als het in alle richtingen gelijk is spreekt men van isotropie.
Een ander voorbeeld is het doorstromen van water door een poreus medium, zoals grond. Wanneer een grondpakket bestaat uit horizontale lagen, afwisselend bijv. klei en zandlaagjes, dan is zijn doorlatendheid voor een horizontale doorstroming van water groter dan in verticale richting, omdat de zandlaagjes de horizontale stroming vergemakkelijken.
In deze voorbeelden geeft de anisotrope eigenschap (elektrische weerstand, waterdoorlatendheid) het verband tussen twee vectoren (de stroomvector en de potentiaalgradiënt). De anisotropie is in die gevallen dan een tweede orde-tensor. Wanneer de anisotropie het verband legt tussen twee tensoren van de orde p en q, dan is het een tensor van de orde (p + q).