(Fr.: enrouiller; Du.: abrosten; Eng.: to rust off), het gedurende lange tijd (een half jaar tot meer dan een jaar) in de buitenlucht opslaan van staal dat met walshuid is bedekt, zoals scheepsplaat of profielstaal.
Daarbij wordt de harde, massieve gladde walshuid omgezet in roest dat gemakkelijk door staalborstelen of door bikken kan worden verwijderd. Deze methode voorkomt de duurdere bewerking van korrelstralen maar heeft overigens alleen maar nadelen: roest wordt op deze manier niet volledig verwijderd, het staaloppervlak is door ‘invreten’ van de roest pokdalig geworden, er ontstaat materiaalverlies omdat ook staal wordt omgezet in roest en men heeft tevens renteverlies door het lange tijd ongebruikt laten liggen van het metaal. Bovendien is een groot opslagterrein nodig.Oude roest is vooral daarom schadelijk omdat het uit de atmosfeer allerlei onzuiverheden heeft opgenomen door selectieve adsorptie. Door bikken en borstelen wordt deze roest niet volledig verwijderd. Straalbewerkingen doen dit wél maar kunnen veel economischer op het nieuwe nog met walshuid bedekte staal worden uitgevoerd. Afroesten is een verouderde methode die niet dient te worden aanbevolen en nog maar op beperkte schaal in de praktijk wordt toegepast.