Technische encyclopedie

Winkler Prins (1975)

Gepubliceerd op 27-11-2024

ADAPTATIE

betekenis & definitie

(Fr.: adaptation; Du.: Adaptation, Anpassung; Eng.: adaptation), in het algemeen: aanpassing; in de zintuigfysiologie de aanpassing van zintuigen aan prikkels, en in het bijzonder: de vermindering van de gevoeligheid van zintuigen voor uitwendige prikkels, indien zij gedurende enige tijd continu geprikkeld worden.

De adaptatie, waarvan de snelheid van optreden en de sterkte afhankelijk zijn zowel van de aard en de sterkte van de prikkel als van het zintuig zelf, komt tot uiting doordat bij gelijk blijven van de prikkelsterkte de gewaarwording van de prikkel geleidelijk minder wordt.Van de zintuigen die adaptatie vertonen (oog, oor, reukzintuigen in het slijmvlies van de neus, smaakzintuigen in de mond, druk- en temperatuurgevoelige zintuigen in de huid) is vooral het oog belangrijk voor bepaalde problemen in de techniek; de adaptatie van het oog is het vermogen zich aan te passen aan wisselende lichtsterkten.

Donkeradaptatie is de aanpassing bij overgang van licht naar duisternis, waarbij het oog gevoeliger wordt voor lichtprikkels. De toeneming van de lichtgevoeligheid verloopt in de eerste vijf minuten snel, daarna langzamer. Na een verblijf van veertig minuten in het donker is de lichtgevoeligheid bijna maximaal. Deze adaptatie is o.a. gebaseerd op wijziging van de fotochemische processen in het rodopsine (staafjesrood) in de staafjes van het netvlies. Indien de donkeradaptatie, die technisch belangrijk is voor o.a. het verkeer (aard en plaatsing van de lichtbronnen op motorvoertuigen, wegverlichting, tunnelbouw, lichtstroombepaling van optische seinen enz.), gestoord is, spreekt men van nachtblindheid welke kan berusten op verworven of aangeboren aandoeningen van het netvlies of op avitaminose A, doordat vitamine A onontbeerlijk is voor de vorming van rodopsine. Bovendien is de donkeradaptatie een functie van de leeftijd.

Adaptatiestoornissen zijn te onderkennen door het aanleggen van een zgn. adaptatiecurve die tot stand komt door het bepalen van de tijden die de proefpersoon nodig heeft om een reeks minimale lichtwaarden waar te nemen.

Lichtadaptatie is de adaptatie vanuit de duisternis aan het licht. De snelheid van deze aanpassing is afhankelijk van de lichtsterkte; zij geschiedt in de eerste seconden zeer snel, na twintig seconden veel langzamer en is na dertig minuten beëindigd. Stoornis van de lichtadaptatie is de dagblindheid (slecht zien in licht, en goed in schemer).

In de werktuigbouwkunde wordt met adaptatie de aanpassing van een apparaat aan een ander apparaat aangeduid (tevens zie Adapter).

In de elektrotechniek wordt met adaptatie o.a. een procédé aangeduid om maximale energieoverdracht van bron naar belasting te verkrijgen.

< >