Synoniemen zoeken
Geen resultaten voor zinsdeel

Groot Synoniemenwoordenboek
P.G.J. van Sterkenburg (1991)
zinsdeel
zinsdeel - woord dat of woordgroep die in een zin een bepaalde grammaticale functie vervult. Het onderwerp (taalkundeterm: subject) stemt in persoon en getal overeen met het vervoegde werkwoord. Bij een onpersoonlijk werkwoord als 'regenen' staat een loos onderwerp ('het'); in zinnen als 'het is niet veel bijzonders wat jij hebt gedaan' heet het onderwerp bij 'is' voorlopig onderwerp. Het gezegde (taalkunde: predikaat) zegt iets over het onderwerp, en bevat een werkwoord. Een zinsdeel dat een zin of een ander zinsdeel in semantisch opzicht bepaalt, heet een bepaling (zie aldaar). Betrekkelijke voornaamwoorden verwijzen terug naar hun antecedent. Het object (zie aldaar) noemt de zelfstandigheid die buiten het onderwerp betrokken is bij de door het gezegde genoemde zelfstandigheid.
Zie: zin.

Muiswerk Educatief
Muiswerk Educatief (2017)
zinsdeel
zinsdeel - zelfstandig naamwoord
uitspraak: zins-deel
1. de eenheid waar zinnen uit zijn opgebouwd
♢ de zin 'straks / wandelen / we / naar huis' bestaat uit vier zinsdelen
Zelfstandig naamwoord: zins-deel
het zinsdeel
de zinsdelen