Synoniemen zoeken
Synoniem van vleugel
Synoniem van 'n ander trefwoord
Groot Synoniemenwoordenboek
P.G.J. van Sterkenburg (1991)
Handwoordenboek synoniemen
J.V. Hendriks (1898)
Vleugel
Lichaamsdeel van dieren dat hen dient om te vliegen. Vleugel is het algemeene woord hier voor; vlerk stelt meer het bevederde lichaamsdeel op den voorgrond. Wiek, voor vleugel, wordt bij voorkeur in deftigen en figuurlijken zin gebruikt. Pennen wordt in dezen beteekenis soms voor wieken gebruikt in bepaalde uit¬drukkingen z. a. adelaarspennen. De algemeene benaming is vleugel, zoowel bij insecten als bij vogels. De andere benamingen worden voor insecten niet gebruikt. Ook in figuurlijke taal worden aan personen en aan wind, liefde enz. wel vleugelen of wieken, geen vlerken, toegeschreven. De vrees maakt iemand vleugelen. Alleen op eigen wieken drijven, iemand kortwieken, een gewiekt geluid, hierbij wordt voor wiek nooit vlerk gebruikt.
Muiswerk Educatief
Muiswerk Educatief (2017)
vleugel
vleugel - zelfstandig naamwoord
uitspraak: vleu-gel
1. delen die een vogel of insect uitklapt als hij vliegt
♢ een roofvogel heeft enorme vleugels
1. je vleugels uitslaan
[je ontplooien]
2. de linker of rechter vleugel van een politieke partij
[de groep met linkse of rechtse ideeën]
2. grote piano met liggende klankkast
♢ de pianist speelde op een vleugel
3. deel van een gebouw dat zich links of rechts van het hoofdgebouw bevindt
♢ deze opleiding zit in de vleugel van de techniek
Zelfstandig naamwoord: vleu-gel
de vleugel
de vleugels
het vleugeltje
Synoniemen
vlerk