Synoniemen zoeken
Synoniem van spuwen
Synoniem van 'n ander trefwoord

Groot Synoniemenwoordenboek
P.G.J. van Sterkenburg (1991)
spuwen
spuwen - met kracht speeksel uit de mond uitwerpen. Synoniem: kwalsteren. Het heeft in informele stijl als synoniemen spugen en kwatten. In België ook: speken, speekselen. Deze woorden kunnen een weglaatbaar lijdend voorwerp bij zich hebben: 'hij spuwde de pit op de grond'. Fluimen heeft geen lijdend voorwerp.
Zie: braken.

Handwoordenboek synoniemen
J.V. Hendriks (1898)
Spuwen
Het door den mond uitwerpen van stoffen. Spuwen wordt in het algemeen gebruikt voor iets op deze wijze uitwerpen; zonder meer beteekent het speeksel uitwerpen. Figuur¬lijk wordt het ook van zaken gezegd als een berg, die vuur spuwt. Dialectisch heeft spugen dezelfde kracht. Dikwijls wordt dit echter ook gebruikt van het uit werpen van stoffen door den mond, tengevolge van eene ziekelijke aandoening van de maag. Bij braken is dit altijd het geval, terwijl over¬geven euphemistisch voor braken gebruikt wordt.

Muiswerk Educatief
Muiswerk Educatief (2017)
spuwen
spuwen - regelmatig werkwoord
uitspraak: spu-wen
1. vocht in je mond met kracht naar buiten laten komen
♢ 'verboden te spuwen' stond er op het oude bord
1. vuur spuwen
[vuur uit je mond blazen]
2. vuur spuwen (van vulkanen)
[met grote kracht vuur door de krater naar buiten stoten]
3. zijn ogen spuwen vuur
[er blijkt haat of woede uit]
Regelmatig werkwoord: spu-wen
ik spuw
jij/u spuwt
hij/zij spuwt
wij/zij/jullie spuwen
ik/jij/u/hij/zij spuwde
wij/zij/jullie spuwden
hij heeft gespuwd
spuwend, spuwende
Synoniemen
kwatten, spugen