Synoniemen zoeken
Synoniem van prik
Synoniem van 'n ander trefwoord
Groot Synoniemenwoordenboek
P.G.J. van Sterkenburg (1991)
Muiswerk Educatief
Muiswerk Educatief (2017)
prik
prik - zelfstandig naamwoord
1. laag geldbedrag
♢ je koopt dat boek voor een prikkie
2. steek met een puntig voorwerp
♢ ik voelde de prik van de naald
1. een prik halen bij de dokter
[een injectie]
3. met bubbels
♢ wil je limonade met prik?
1. dat is vaste prik
[dat gebeurt altijd zo]
Zelfstandig naamwoord: prik
de prik
Synoniemen
grijpstuiver, schijntje