Synoniem van overdekking

overdekking - datgene waarmee iets wordt overdekt. Een gewelf (zie aldaar) is hol gebogen en overdekt een ruimte. Gebouwen, voertuigen en dergelijke worden van boven afgesloten door een dak; een dak van een gebouw dat uit één licht hellend vlak bestaat, heet een lessenaarsdak. Bestaat het dak uit twee hellende vlakken die in de nok bij elkaar komen, dan is er sprake van een zadeldak; een dak met vier in de nok bij elkaar komende vlakken is een schildvlak. Bij het tentdak komen vier of meer hellende vlakken in een punt samen; de vlakken van een torendak zijn zeer steil. De vier (of meer) hellende vlakken kunnen ook een knik naar buiten vertonen; zo'n dak noem je een mansardedak. Als de knikken naar binnen lopen, is het een geknikt dak. Het sheddak of zaagdak bestaat uit een aantal naast elkaar gelegen zadeldaken waarvan het ene dakvlak steil is en het andere licht hellend. Vooral bij fabrieksgebouwen zijn dit soort daken te zien. Een koepeldak of koepel heeft de vorm van een halve bol, een plat dak is helemaal plat. Schaaldaken zijn gebogen, met een klein aantal steunpunten waarmee een grote ruimte wordt overdekt; als het materiaal gewapend beton is, heet het schaaldak een betondak. Stro is het materiaal waaruit een strodak bestaat; alleen de halmen van het stro zijn zichtbaar bij een stoppeldak. Op het platte dak en het koepeldak na zijn alle genoemde daken de overdekking van gebouwen.