Synoniemen zoeken
Synoniem van oud
Synoniem van 'n ander trefwoord
Groot Synoniemenwoordenboek
P.G.J. van Sterkenburg (1991)
oud
oud - kan slaan op personen en zaken: reeds lange tijd geleefd of bestaan hebbend. Bejaard is alleen van toepassing op een persoon; op leeftijd wordt alleen predikatief gebruikt. Zeer bejaard heet hoogbejaard, hoogbedaagd of, in scherts, niet in de wieg gesmoord/gestikt/gestorven; iemand die nog bejaarder is, is zo oud als Methusalem. Wanneer iemand oud én zwak is, is hij afgeleefd of, alleen predikatief gebruikt, oud en der dagen zat (of der dagen zat). (Zie: versleten.) Men kan een persoon of zaak die zeer oud is, ook stokoud of, in informele stijl, stok noemen. Oeroud of, in archaïstische stijl, aloud slaat alleen op zaken: 'een oeroude legende'. Overoud gebruikt men speciaal in verband met 'tijden': 'in overoude tijden'. Zo oud als de weg naar Rome (of Kralingen) wordt gebezigd in verband met een voorwendsel, een verhaal, een vinding en dergelijke.
Zie: bedaagd; ouderwets; seniel.
Synoniemen Handboek
Jef Anthierens (1998)
Oud
Gezegde(s):
• oude koek
• oud vuil
• zo oud als de straat
• sneeuw van gisteren
• hij is der dagen zat
• niet in zijn wieg gesmoord
• op het ossenboek komen (= te oud om vader te worden)
• van de oude stempel
• je ziet er de dag door
• hij heeft Abraham gezien
• met één voet in het graf
• zo oud als de weg naar Kralingen (of: naar Aken, Keulen, Rome)
Synoniemen Handboek Spreekwoorden
Gedigitaliseerd Ensie (1998)
Oud
Spreekwoord(en):
• oude katten lusten ook melk
• een oude bok lust ook nog een groen blaadje
• iedereen wil oud worden, niemand wil oud zijn
Handwoordenboek synoniemen
J.V. Hendriks (1898)
Oud
Bejaard, en minder sterk bedaagd, drukken uit, dat men niet jong meer is; oud is betrekkelijk, doch veronderstelt meestal, dat men een hoogen, stokoud dat men een zeer hoogen leeftijd bereikt heeft. Afgeleefd ziet minder op den duur van het leven, dat men achter zich heeft, dan wel op de uitputting van het lichaam, die er het gevolg van is. Men kan nog betrekkelijk jong en ten gevolge van afmattende studie, uitspattingen enz., reeds afgeleefd zijn.