Boeken
  • Home
  • Onderwijs
  • Over
  • Geschiedenis
  • Kiosk
  • Contact
  • Manifest
  • Inloggen

ENCYCLOPEDIE SINDS 1946

  • Synoniemen
  • Spreekwoorden
  • De of Het
  • Schrijvers
  • Afkorting
  • Vervoegen
  • Disclaimer
  • NTD
  • Artikel publiceren?
  • Adverteren

 

Synoniemen zoeken

Uitgelicht

Valt op hè?

Ontwerp nu je advertentie. Direct online!

Synoniem van leven

  • gebruik
  • herrie
  • kabaal
  • keet
  • lawaai
  • rumoer
Synoniem van 'n ander trefwoord
  • aangaan
  • aanwezen
  • aanzijn
  • bedrijvigheid
  • drukte
  • genieten
  • geraas
  • geruis
  • geschreeuw
  • getier
  • geweld
  • gewoel
  • herrie
  • kabaal
  • keet
  • lawaai
  • rumoer
  • Betekenis van leven
  • Spreekwoorden met leven
  • Spelling van leven
  • leven vervoegen
2019-10-24 2019-10-24
Synoniemen woordenboek

Synoniemen woordenboek

Groot Synoniemen- woordenboek

leven

leven - |znw] ('genieten van het leven') is hetzelfde als bestaan.

2020-10-14 2020-10-14
Handwoordenboek synoniemen ©

Handwoordenboek synoniemen ©

J.V. Hendriks (1898)

Leven

Bestaan drukt uit het werkelijk wezen of zijn van iemand of iets. Aanwezen en het tegen-woordig meer gebruikt wordende, maar geheel hetzelfde beteekenende aan¬zijn duiden het bestaan in de werkelijkheid van iets of iemand aan, in tegenstelling van het bloote bestaan in de gedachten. God heeft als Schepper der wereld het aanzijn gegeven, en Hij zorgt als onderhouder voor haar bestaan. Leven is het bestaan van hetgeen bewerktuigd is, doch ziet meer op de functie, die er bij verricht wordt. De kat heeft een taai leven.

2017-11-14 2017-11-14
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief

Nederlands woordenboek voor onderwijs

leven

leven - regelmatig werkwoord
uitspraak: le-ven

1. ademen en kunnen bewegen
♢ mijn opa van 96 leeft nog
1. hij bracht het er levend van af
[hij ging niet dood]
2. hij weet van voren niet dat hij van achteren leeft
[hij is helemaal in de war]
3. hij leeft voor zijn gezin
[zijn gezin is het belangrijkst]
4. leve de koningin
[hoera voor de koningin]
5. wie dan leeft wie dan zorgt
[je moet je geen zorgen maken voor het nodig is]
2. op een bepaalde manier bestaan
♢ hij leeft van een uitkering
1. je moet leven en laten leven
[iedereen mag leven zoals hij wil]

Regelmatig werkwoord: le-ven
ik leef
jij/u leeft
hij/zij leeft
wij/zij/jullie leven
ik/jij/u/hij/zij leefde
wij/zij/jullie leefden
hij heeft geleefd
levend, levende

ENCYCLOPEDIE SINDS 1946

  • Home
  • Onderwijs
  • Over
  • Geschiedenis
  • Kiosk
  • Contact
  • Manifest
  • Inloggen
  • Synoniemen
  • Spreekwoorden
  • De of Het
  • Schrijvers
  • Afkorting
  • Vervoegen
  • Disclaimer
  • NTD
  • Artikel publiceren?
  • Adverteren
© 2023 Ensie

Inloggen

Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.

Ik ben mijn wachtwoord vergeten