Synoniemen zoeken
Synoniem van kool
Synoniem van 'n ander trefwoord
Groot Synoniemenwoordenboek
P.G.J. van Sterkenburg (1991)
kool
kool - kool van de soort Brassica oleracea. De variëteit gongylodes, waarvan de stengel wordt gegeten, heet koolrabi, raapkool of bovengrondse koolraap. Bloemkool is kool van de variëteit botrytis, broccoli van de variëteit botrytis, subvariëteit cymosa, boerenkool van de variëteit acephala, subvariëteit laciniata. Groene kool behoort tot de variëteit acephala, subvariëteit sabellica. De variëteit acephala (subvariëteit medullosa) heet mergkool. Spruitkool behoort tot de variëteit bullata, subvariëteit gemmifera), sluitkool tot de variëteit capitata en savooiekool tot de variëteit bullata, subvariëteit sabauda. Drie soorten savooiekool zijn: spitskool (forma conica), rode kool (forma rubra) en witte kool (forma al ba).
Zie: kool
Muiswerk Educatief
Muiswerk Educatief (2017)
kool
kool - zelfstandig naamwoord
1. wintergroente met een ronde vorm
♢ we eten vandaag rode kool
1. iemand een kool stoven
[hem voor de gek houden]
2. groeien als kool
[heel snel groeien]
3. de kool en de geit willen sparen
[iedereen tevreden willen stellen]
4. als het kindje is geboren, is de smaak van de kool verloren (TB)
[hebben vrouwen geen zin meer in seks]
5. het sop is de kool niet waard
[die zaak is de moeite niet waard]
2. zwarte, harde stukken die gebruikt worden voor verwarming
♢ vroeger stookten de mensen op kolen
1. op hete kolen zitten
[ongeduldig zijn]
Zelfstandig naamwoord: kool
de kool
de kolen
het kooltje