• Home
  • Inloggen
  • Onderwijs
  • Over
  • Geschiedenis
  • Kiosk
  • Contact
  • Manifest

ENCYCLOPEDIE SINDS 1946

 

Synoniemen zoeken

Uitgelicht

Winkler Prins Studie

Nu beschikbaar op Ensie! Winkler Prins encyclopedie met afbeeldingen, illustraties, geluidsfragmenten en video's.

Bekijk direct!

Synoniem van dag

  • doei
  • etmaal
  • gedenkdag
  • hallo
  • herdenkingsdag
  • hoi
  • licht
  • omloop
  • zonnedag
Synoniem van 'n ander trefwoord
  • adieu
  • adios
  • afscheid
  • aju
  • ajuus
  • bepaald tijdvak
  • ciao
  • doeg
  • doei
  • etmaal
  • goedendag
  • hallo
  • hoi
  • kalenderdag
  • opendeurdag
  • Betekenis van dag
  • Spreekwoorden met dag
  • Spelling van dag
2017-11-14 2017-11-14
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

dag

dag - zelfstandig naamwoord

1. tijd van middernacht tot middernacht, 24 uur
♢ welke dag is het vandaag?
1. als de dag van gisteren
[alsof het gisteren gebeurd is]
2. dag in, dag uit
[steeds, iedere dag]
3. ze loopt op alledag
[ze kan elk moment bevallen]
4. op zijn oude dag
[toen hij al oud was]
5. van de ene dag op de andere
[heel plotseling]
6. bij de dag leven
[niet nadenken over de toekomst]
7. de dag voor je duurt soms langer dan het leven achter je (TB)
[de tijd gaat snel voorbij]
8. het gesprek van de dag zijn
[het meest besproken onderwerp]
9. zijn dagen zijn geteld
[hij gaat bijna dood]
10. heden ten dage
[tegenwoordig, in deze tijd]
11. sinds jaar en dag
[al heel lang]
12. tot in lengte van dagen
[nog heel lang]
13. een man van de dag zijn
[vlak voor zijn dood staan]
14. de dag des oordeels
[de laatste dag van de wereld]
15. overgaan tot de orde van de dag
[de gewone werkzaamheden weer gaan doen]
16. voor je oude dag zorgen
[sparen voor later]
17. ouden van dagen
[bejaarden]
18. pluk de dag!
[leef; geniet nu!]
19. vandaag de dag
[tegenwoordig]
20. je dag niet hebben
[niet kunnen doen wat je normaal kunt doen]
21. geen zorgen voor de dag van morgen
[maak je niet bezorgd over de toekomst]
22. men moet de dag niet prijzen voor het avond is
[het werk pas beoordelen als het klaar is]
23. voor de dag komen
[tevoorschijn komen]
2. tijd waarin het licht is
♢ het wordt al dag buiten
1. het is morgen weer vroeg dag
[we moeten vroeg op]
2. iets voor de dag halen
[het tevoorschijn halen]
3. goed voor de dag komen
[iets goeds presteren]
4. het is kort dag
[er is nog maar weinig tijd]
5. dag en nacht
[onophoudelijk]
6. een gat in de dag slapen
[lang uitslapen]
7. ermee voor de dag komen
[het zeggen]
8. voor dag en dauw
[heel vroeg]
9. een verschil van dag en nacht
[een groot verschil]

Zelfstandig naamwoord: dag
de dag
de dagen
het dagje

Tegenstellingen
nacht

ENCYCLOPEDIE SINDS 1946

  • Home
  • Inloggen
  • Onderwijs
  • Over
  • Geschiedenis
  • Kiosk
  • Contact
  • Manifest
  • Word vriend
  • Woorden beginnend met
  • Synoniemen
  • Spreekwoorden
  • De of Het
  • Schrijvers
  • Categorie
  • Afkorting
  • Vervoegen
  • Disclaimer
  • NTD
  • Artikel publiceren?
  • Adverteren?
© 2025 Ensie

Inloggen

Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.

Toevoegen aan favorieten?

Favorieten

Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:

  • Je eigen Ensie account
  • Direct toegang tot alle zoekresultaten
  • Volledige advertentievrije website
  • Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk

Klik hier om vriend te worden